Spoedeisende hulp moet toegankelijk en dus bereikbaar blijven. De maximale aanrijtijd van ambulances naar de ziekenhuizen mag niet langer worden, vindt Liane den Haan. En ouderen moeten een ziekenhuis binnen een acceptabele tijd kunnen bereiken.
In acute nood telt elke seconde. Kamerlid Liane den Haan van GOUD Nederland maakt zich daarom grote zorgen om een aangekondigde hervorming in de zorg: het loslaten van de aanrijtijden van ambulances. Nu nog hoort een ziekenwagen binnen 45 minuten bij een ziekenhuis te kunnen zijn. Dat hoeft straks niet meer. “Met de toenemende vergrijzing lijkt het mij nóg belangrijker om vast te houden aan die 45-minutennorm”, zei Liane in de Tweede Kamer.
Bereikbaarheid ziekenhuis
Ook de fysieke ziekenhuiszorg, met name voor ouderen die geen eigen vervoer hebben, baart Liane zorgen. “We willen allemaal dat de acute zorg toegankelijk maar ook fysiek bereikbaar blijft voor iedereen”, zei ze tegen minister Kuipers. “Uit onderzoek blijkt echter dat een heel groot deel van de ouderen in Nederland niet binnen een halfuur van een ziekenhuis woont, en sommigen moeten zelfs drie kwartier of langer reizen. Wat gaat de minister hieraan doen?”
Voorkomen beter dan genezen
Acute zorg op het moment dat nodig is, is van levensbelang. Maar nog beter is het voorkomen van zorg. “Nog steeds komen er te veel ouderen op de Spoedeisende hulp als gevolg van een val”, stelt Liane. “Die val had vaak voorkomen kunnen worden, bijvoorbeeld door het monitoren van het medicijngebruik, medicatiebeoordeling, door het aanbieden van goede cursussen valpreventie en door het aanpakken van ondervoeding bij ouderen. Ik wil dat bij dit debat toch even gezegd hebben; hier is veel winst te halen.”
De volledige inbreng bij het commissiedebat Acute zorg van Kamerlid Liane den Haan van de politieke partij GOUD met minister Kuipers van Volksgezondheid.
“Voorkomen is beter dan genezen. Vandaag hebben we het voornamelijk over toekomstbestendige zorg. En ik weet dat de minister in zijn brief niet ingaat op het voorkomen van acute zorg. Maar daar begint het natuurlijk wel. Je wilt allereerst zoveel mogelijk voorkomen dat mensen onnodig op de Spoedeisende hulp (SEH) terecht komen. Nog steeds komen te veel ouderen als gevolg van een val op de spoedeisende hulp terecht. En die val had vaak voorkomen kunnen worden. Door het monitoren van het medicijngebruik, door middel van een medicatiebeoordeling, door het aanbieden van goede cursussen valpreventie, door het aanpakken van ondervoeding bij ouderen. Door het aanpakken en voorkomen van osteoporose, en zo kan ik nog wel even doorgaan. Dat wil ik hier toch even gezegd hebben. Ik wil de minister vragen daar toch echt fors op in te zetten en samen op te trekken met de minister voor Langdurige zorg en de staatssecretaris.
Het voorkomen van opname kan ook worden voorkomen door een goede samenwerking in de keten van acute zorg. ActiZ stelt terecht dat een sterke keten in de acute zorg tot stand komt door samenwerking, niet door concurrentie. Door mededingingsregels wordt de samenwerking tussen verschillende partijen beperkt. Elke zorgpartij moet afzonderlijk afspraken maken met verschillende zorgverzekeraars, waardoor het onmogelijk wordt om continuïteit en leveringszekerheid van zorg te bieden. Een oplossing is om afspraken te maken met grote zorgverzekeraars in de regio en de kleine verzekeraars te laten volgen. Er zijn regels voor dit volgbeleid, maar die zijn te vrijblijvend. Hoe kijkt de minister daarnaar?
De minister gaat inzetten op innovatie. Hij verwijst naar een concrete uitwerking van arbeidsbesparende innovatie en sociale technologie, die wij ergens dit jaar nog ontvangen van de minister voor Langdurige zorg. Ik vind dat wat summier. Er zijn talloze pilots die veelbelovend zijn. Ik wil toch vragen hoe hij zijn rol ziet bij het uitrollen van dit soort technologieën, zodat ze niet na een succesvolle pilot sneuvelen of maar versnipperd worden uitgerold. Ik was vorige week bij het UMC in Utrecht en daar lieten ze mij een apparaatje zien waarmee ze patiënten thuis kunnen monitoren op belangrijke waarden. Door dit apparaatje hoeven mensen niet onnodig naar het ziekenhuis. En zodra het wel nodig is, dan kan dat natuurlijk ook gewoon. We moeten hier niet vergeten dat het niet alleen de werkdruk van zorgprofessionals kan verminderen, maar dat het vaak ook fijn is voor de patiënt zelf. Dus komt er passende structurele financiering voor dit soort initiatieven wil ik de minister vragen?
Dan de aanrijtijden van de ambulances. De 45-minutennorm wordt losgelaten. Hier is veel om te doen, en dat begrijp ik. In acute nood dan telt elke seconde. En ik snap dat er soms ook door het ambulancepersoneel een andere keuze wordt gemaakt als zij inschatten dat gespecialiseerde hulp in een verder weg liggend ziekenhuis nodig is. Maar met de toenemende vergrijzing lijkt het mij nog belangrijker om, in ieder geval vooralsnog, vast te houden aan de 45-minutennorm. Zeker tot we weten hoe de organisatie van de acute keten er uit gaat zien. Hoe ziet de minister dit?
Er krijgen 17.000 mensen een hartstilstand buiten het ziekenhuis. Bij een hartstilstand is er acute nood. Elke dag gaan er 35 mensen dood aan een hartstilstand. Er zijn ook andere initiatieven die niet de acute zorg vervangen, maar wel ondersteunen en/of aanvullen. Bijvoorbeeld burgerhulpverleners, het initiatief HartslagNU van de Hartstichting. Hoe zit het met de bereikbaarheid van AED’s? Hoe zit het met de landelijke dekking van burgerhulpverleners? Het lijkt mij verstandig dit soort initiatieven te betrekken bij het hervormen van de acute zorg.
Eerder heeft de minister mij toegezegd om te kijken naar het anders organiseren van de acute as. Als je personeel rouleert op de verschillende afdelingen van de acute as, meer inzet van PACU-bedden dan kunnen verpleegkundigen het werk op de IC langer volhouden. Ook ligt er nog een motie van mij waarin ik verzoek om de anesthesiemedewerkers hierbij mee te nemen. Hoe staat het met de uitvoering van deze motie?
Tot slot: we willen allemaal dat de acute zorg toegankelijk maar ook fysiek bereikbaar blijft voor iedereen.
Ik maak mij daarom zorgen over de bereikbaarheid van ziekenhuizen voor ouderen. Onlangs bleek uit een analyse van het Planbureau voor de Leefomgeving dat een derde van de ouderen het ziekenhuis niet kunnen bereiken binnen een halfuur bereiken als ze afhankelijk zijn van de fiets of het OV. Voor een deel van de ouderen geldt zelfs dat ze niet binnen drie kwartier bij een ziekenhuis kunnen zijn. Met de toenemende vergrijzing zal dit aantal alleen maar toenemen. Wat gaat de minister hieraan doen en hoe gaat hij ervoor zorgen dat de ziekenhuiszorg voor ouderen ook fysiek blijft?”