Een eigen bijdrage en het verkorten van de behandelingsduur, de mogelijke alternatieven voor de bezuinigingen op de jeugdzorg zijn zo mogelijk nóg erger dan het oorspronkelijke bezuinigingsplan, vindt Liane den Haan.
De in het regeerakkoord opgenomen bezuiniging op de jeugdzorg wordt geschrapt. Het kabinet was van plan een half miljard euro te bezuinigen op de jeugdzorg. Dat geld zou worden weggehaald bij de gemeenten. Op het plan kwam veel verzet van de jeugdzorg zelf, van gemeenten, maar ook van politici. Het voorstel om gemeenten niet te korten voor jeugdzorg is momenteel weliswaar van tafel, maar het kabinet wil nu op een andere manier vijfhonderd miljoen euro bezuinigen.
Eigen bijdrage en behandelduur verkorten
“Mooi dat er via de gemeenten niet meer gekort gaat worden op de jeugdzorg”, vindt Kamerlid Liane den Haan, “maar vervolgens lijkt het geld gevonden te worden in een eigen bijdrage voor gebruikers. En een ander bezuinigingsvoorstel is om de behandelduur te gaan normeren. Deze voorstellen zijn zo mogelijk nóg erger!” Liane wijst erop dat het gaat om kwetsbare jongeren, vaak binnen een kwetsbare sociale context, voor wie het sowieso al niet makkelijk is om hulp te vragen bij psychische kwetsbaarheid.
Goedkoop is duurkoop
Liane is bang voor zorgmijding en een toename van dwangzorg en crisiszorg als een eigen bijdrage en een verkorting van de behandelduur worden ingevoerd. “Broekzak-vestzak dus, of liever gezegd: goedkoop is duurkoop.” Het Kamerlid denkt dat hervormingen van de jeugdzorg mede kunnen bijdragen aan efficiënter en kostenbesparend werken. “Is er voldoende zicht op hoe dit dan kan en wat dit kan opleveren?”, vroeg Liane aan staatssecretaris Maarten van Ooijen. Liane stelde voor om daar in overleg met het veld onderzoek naar te doen. “Zoek de oplossingen dus eerst binnen het systeem in plaats van een al zo kwetsbare doelgroep nog meer te belasten”, aldus Liane.
De volledige inbreng van Liane den Haan bij het commissiedebat Jeugdbeleid met staatssecretaris Van Ooijen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en minister Weerwind van Rechtsbescherming.
“Het doet mij goed dat er door de bewindspersonen zoveel mogelijk gesproken is met jongeren en hun ouders en/of pleegouders. Zo hoort het. Met elkaar praten in plaats van over elkaar. Maar het mag niet bij praten blijven. Want de kritiek op de jeugdzorg is niet van gisteren.
Er is al jaren kritiek geleverd op jeugdzorg. Door jongeren en ouders. Maar ook door de professionals die zelf in de jeugdzorg werken, door onderzoekers van kennisinstituten, door journalisten en ook politici.
En ik snap echt dat we de huidige situatie niet van de één op de andere dag kunnen veranderen. Maar voor de vele betrokkenen zou dit eigenlijk wel nodig zijn. Voor velen is het nodig dat zij morgen de hulp, begeleiding, behandeling en ondersteuning krijgen die zij nodig hebben.
De problematiek is complex. Maar, zoals de voorzitter van de Algemene Rekenkamer vanochtend zei: We hebben het zelf zo complex gemaakt. Dan moet het ook weer makkelijker te maken zijn. Oplossingen moeten binnen het systeem gevonden worden óf, als dat niet lukt, in het systeem zelf.
Het zijn niet alleen wachtlijsten, personeelstekorten een ontoegankelijk stelsel met perverse financiële prikkels waardoor jongeren met de meest complexe problematiek en de jongeren met een levensbrede en levenslange beperking het minst vaak geholpen worden. Er moet ook ingezet worden op een cultuuromslag binnen de sector. Er moet meer ingezet worden op samenwerking tussen de hulpverleners, het onderwijs, gemeenten, corporaties etc. En gezamenlijk moet meer ruimte en aandacht komen voor preventie en vroegsignalering. Er is ook bijna geen tijd meer te verliezen. Hoe denkt de staatssecretaris deze andere wijze van werken op korte termijn te realiseren?
Ik wil ook aandacht vragen voor de kennis- en digitale infrastructuur om kwaliteit, ontwikkeling en innovatie te borgen. Zeer belangrijk!
De staatsecretaris geeft in zijn brief aan dat er niet voldoende goede data is. En ik lees dat er een data-analyse is gestart met het inzichtelijk maken van de jeugdhulpketen. Hoe wordt het verzamelen van de juiste data en kennisdeling structureel opgepakt en ingezet om het systeem te verbeteren? Om integrale ketenzorg te verbeteren en te vergemakkelijken? Willen we, naast inzicht en monitoring, ook naast gezondheidswinst kostenbesparend en efficiënter gaan werken dan is een goede kennis en digitale infrastructuur van levensbelang. Hier moet ook een goede visie onder liggen. Is die er? En zo nee, komt die er en op welke termijn?
We kunnen de meest kwetsbare jongeren, hun ouders maar ook de medewerkers niet nog langer in de kou laten staan. De staatssecretaris heeft gisteren een gesprek gevoerd met flink wat partijen die zelf de agenda ‘Onze jeugd verdient beter’ hebben opgesteld met hervormingen. Kan de staatssecretaris een impressie geven van hoe dit gesprek is verlopen en of en zo ja, welke afspraken er zijn gemaakt?
Dan tot slot nog een opmerking over de financiën en de voorgenomen bezuiniging van 500 miljoen euro. Deze bezuiniging is nu een Rijksverantwoordelijkheid en zal niet meer via de VNG gerealiseerd worden. Dat is mooi maar vervolgens lijkt het geld gevonden te worden in een mogelijke eigen bijdrage die door gebruikers moeten worden betaald. En een bezuinigingsvoorstel kan ook zijn om de behandelduur te gaan normeren. Deze voorstellen vind ik zo mogelijk nóg erger.
We spreken over kwetsbare jongeren, vaak binnen een kwetsbare sociale én financiële context. Het is al niet makkelijk voor kinderen, jongeren en hun ouders om hulp te vragen bij psychische kwetsbaarheid. We hebben overigens al eerder gezien in de GGZ dat het niet kunnen betalen van een eigen bijdrage maar bijvoorbeeld ook het korten van de behandelduur kan leiden tot zorgmijding en een toename van dwangzorg en crisiszorg. Broekzak-vestzak dus, of liever gezegd: goedkoop is duurkoop.
Al eerder hebben deskundigen gezegd dat hervormingen ook kunnen bijdragen aan efficiënter en kostenbesparend werken. Is er voldoende zicht op hoe dit dan kan en wat dit kan opleveren alvorens eerst kwetsbare gezinnen te gaan belasten met een eigen bijdrage, of behandeltijd te gaan inkorten. En als dat inzicht er niet is, zou de staatssecretaris daar in overleg met het veld eerst onderzoek naar kunnen doen? De oplossingen dus eerst binnen of in het systeem zoeken in plaats van een al zo kwetsbare doelgroep nog meer belasten.”