Als de nieuwe pensioenwet van kracht wordt, kan het zomaar zijn dat ouderen er de komende tien jaar niet op vooruit gaan, waarschuwt Liane den Haan het kabinet. “Door haar woordkeus geeft de minister zelf al aan dat de gepensioneerden buiten de boot gaan vallen”, aldus Liane.
Nog steeds is onduidelijk of een nieuw pensioenstelsel de doelstellingen die vooraf gesteld zijn gaat halen. De reden om een nieuw pensioenstelsel op te zetten zijn meer kans op indexatie, een transparant pensioen en betere aansluiting op de arbeidsmarkt. Maar of dat werkelijk behaald gaat worden is uiterst onzeker. Zelfs veel pensioenspecialisten twijfelen of dat die beoogde doelen worden bereikt.
Geen enthousiasme
“Er zijn nog veel teveel onduidelijkheden om nu een goed oordeel te kunnen vormen over de grootste operatie in de sociale zekerheid sinds de Tweede Wereldoorlog”, zei Liane den Haan bij het wetgevingsoverleg over de wijziging van de Pensioenwet in de Tweede Kamer. Het Kamerlid van GOUD Nederland was aanvankelijk blij met de doelen van omschreven in het pensioenakkoord. “Maar de daadwerkelijke uitwerking zelf kan nog niet rekenen op mijn enthousiasme”, zei ze tegen minister Carola Schouten.
Indexeren
Liane focuste in haar inbreng op de drie I’s: Indexeren, Invaren en Inspraak. Ze wees de minister er opnieuw op dat ouderen nauwelijks iets opschieten met de nieuwe wetgeving als het gaat om indexatie. “Sterker nog”, waarschuwde Liane, “het kan zo maar zijn dat ze er de komende tien jaar niet op voor uit gaan, en dat na vijftien jaar stilstand!”
Inspraak
Ook over de inspraak bij invoering van het nieuwe pensioenstelsel zette Liane grote vraagtekens. Mensen kunnen niet naar de rechter stappen als ze het niet eens zijn met de nieuwe wet en de gevolgen daarvan voor hun persoonlijke pensioen. “Men wekt met het blokkeren van die individuele rechtsgang de indruk dat er iets doorgeduwd wordt”, stelde Liane. “Dat verkleint het draagvlak verder.” Liane zei veel moeite te hebben met de beperkte inspraak van gepensioneerden. “Ik ben er niet van overtuigd dat de vakbonden de belangen van de gepensioneerden voldoende kunnen en zullen behartigen. Door te blijven hameren op het feit dat pensioen een arbeidsvoorwaarde is, geeft de minister zelf ook aan dat degenen voor wie pensioen geen arbeidsvoorwaarde meer is, de gepensioneerden, buiten de boot gaan vallen”, aldus Liane den Haan.
De inbreng van Kamerlid Liane den Haan van GOUD Nederland bij het wetgevingsoverleg over de wijziging van de Pensioenwet en de Wet toekomst pensioenen met minister Carola Schouten van Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen.
“Ik ben al zo’n twaalf jaar betrokken bij pogingen om het pensioenstelsel te hervormen. En aanvankelijk was ik blij met de richting waarin het huidige pensioenakkoord uitgewerkt zou gaan worden. Maar de daadwerkelijke uitwerking zelf kan nog niet rekenen op mijn enthousiasme.
Nu, na inmiddels menig wetgevingsoverleg, is er nog altijd geen duidelijkheid of de veranderingen in de Wet toekomst pensioenen daadwerkelijk de beoogde doelstellingen gaan realiseren, te weten: meer kans op indexatie, een transparant pensioen en betere aansluiting op de arbeidsmarkt.
Ook veel pensioenspecialisten zijn nog niet overtuigd dat de verwachte doelen worden bereikt. De nu beschikbare informatie is simpelweg onvoldoende om dit vast te stellen. En dat maakt dit soort overleggen er niet makkelijker op.
Tussen het pensioenakkoord en nu ligt een periode van zo’n drie jaar waarin veel is veranderd. Zo is de rente, anders dan in het afgelopen decennium, fors opgelopen. Daar waar we rond de verkiezingen nog dachten dat we moesten korten vanwege lage dekkingsgraden, is er nu sprake van veel ruimere dekkingsgraden. Juist deze laatste ontwikkelingen zijn nergens meegenomen in de doorrekeningen. Ook wordt nauwelijks gekeken naar de invloed van de hogere rente.
Ik heb nog wat opmerkingen over de drie I’s: Indexeren, Invaren en Inspraak.
Indexeren
Er is met de huidige beleidsdekkingsgraden alle ruimte om te indexeren. Dat is ook nodig, want de inflatie is hoog en daar waar de regering het bedrijfsleven oproept de lonen te verhogen, zijn de gepensioneerden de klos. De verhoging van de AOW is een sigaar uit eigen doos, want die wordt grotendeels bekostigd uit versobering van andere delen van het pensioen of door lastenverzwaring in box 3.
Maar in plaats van dat pensioenfondsen hun deelnemers ondersteunen door te indexeren nu dat kan, trapt men op de rem vanwege de mogelijke effecten van het nieuwe pensioenstelsel en meer in het bijzonder de vulling van de solidariteitsreserve.
Maar dat is nog niet alles. Ook uit de laatste berekeningen van de minister is te zien dat ouderen nauwelijks iets opschieten met deze wetgeving als het gaat om indexatie. Sterker nog: het kan zo maar zijn dat ze er de komende tien jaar niet op vooruit gaan, en dat na vijftien jaar stilstand! Gemakshalve staat in de tabellen dat de waarde in het huidige stelsel op 100 procent blijft staan terwijl in het nieuwe stelsel het oploopt tot ca 109 procent. Ook hier blijkt dat er geen rekening is gehouden met de huidige dekkingsgraden c.q. renteniveaus. Maar ook voor jongeren ontstaat een zeer onzeker pensioen met grote uitslagen tussen slecht- en goed-weer scenario’s.
Dit heeft veel te maken met de beleggingen per leeftijdscohort die absoluut geen recht doen aan de individuele behoeften en situatie. Dan is het huidige systeem beter en zijn er ook nog verbetermogelijkheden aanwezig om daadwerkelijk meer transparantie van en betrokkenheid bij pensioenen te voelen.
Er zijn nog veel teveel onduidelijkheden om nu een goed oordeel te kunnen vormen voor de grootste operatie in de sociale zekerheid sinds de Tweede Wereldoorlog.
Invaren
Nog nooit hebben we 1500 miljard moeten verdelen onder zoveel mensen. We horen steeds woorden als ‘evenredig’, ‘evenwichtig’ of ‘sociale partners moeten dat uitzoeken’. De kaderstelling is onvoldoende. Ook het feit dat de minister zich lijkt te focussen op primair het compenseren van de afschaffing van de doorsneepremie is oneerlijk en in strijd met het huidige FTK. Zoals in het huidige systeem zouden we eerst moeten kijken bij de verdeling naar financiering van de nominale pensioenen, dan indexeren, inhaal-indexeren en als laatste naar compensatie vanwege afschaffing van de doorsneeproblematiek. En als er niet voldoende vermogen is om die compensatie te financieren, is dat de consequentie van het door deze regering voorgestelde pensioenstelsel. Het zou dan ook logisch zijn als in het voorstel de overheid zou bijspringen. Graag een reflectie van de minister hierop.
Inspraak
Ik begrijp dat het proces van het invoeren van de WTP tijdrovender en mogelijk duurder kan zijn als er inspraak en goedkeuring of keuze door individuen wordt toegestaan. Een ander argument wat door de minister wordt gebruikt is dat individuen niet in staat zijn te beoordelen wat goed voor ze is. Maar is dat wel zo? Is dat weleens getoetst en geprobeerd?
Men wekt met het blokkeren van de individuele rechtsgang tevens de indruk dat er iets doorgeduwd wordt, wat het draagvlak verder verkleint. Ook houd ik moeite met de beperkte inspraak van gepensioneerden.
Ik ben er niet van overtuigd dat de vakbonden de belangen van de gepensioneerden voldoende kunnen en zullen behartigen. Door te blijven hameren op het feit dat pensioen een arbeidsvoorwaarde is geeft de minister zelf ook al aan dat degenen voor wie pensioen geen arbeidsvoorwaarde meer is, de gepensioneerden, buiten de boot gaan vallen. Kan de minister deze tegenstrijdigheid nog eens toelichten?
Wat betreft de ZZP’er hinkt de regering op twee gedachten. Enerzijds zouden de ZZP’ers prima kunnen beoordelen wat een goed pensioen is en hoe ze dat kunnen regelen. Ze hadden er immers voor gekozen, stelt de minister. Maar anderzijds wil de minister wel de wet aanpassen omdat de huidige situatie van de arbeidsmarkt niet aansluit bij de huidige pensioenwet. Ik ben van mening dat er een veel eenvoudigere oplossing is door een verplicht pensioenfonds op te zetten voor ZZP’ers waarbij de wisseling tussen ZZP en werknemerschap met de reguliere overdracht kan worden gewerkt. Daarvoor hoeft het hele stelsel niet worden aangepast. Dat voorkomt ook het free-riders-gedrag omdat men dan verplicht pensioen opbouwt, wat later weer meegenomen kan worden bij gebruik van bijvoorbeeld WMO en toeslagen. Graag een reflectie van de minister.”