Vier jaar om te komen tot een Hervormingsagenda Jeugd is veel te lang, vindt Liane den Haan. Het Kamerlid riep de staatssecretaris op vaart te maken. “Doe wat je kunt om zaken zo te organiseren dat wij, kinderen en hun ouders, heel snel resultaten zien van wat er nu op papier staat.”
De jeugdzorg en jeugdbescherming in ons land zijn zo ondermaats dat Nederland dit jaar liefst zestien plekken daalde op de internationale KidsRights Index. De wachtlijsten zijn enorm lang en de staat kan niet de nodige zorg of bescherming bieden voor een grote groep kwetsbare kinderen.
Verdwalen in een doolhof
Liane den Haan herkent de problemen, niet alleen als Kamerlid, maar ook als moeder. “Ik weet wat het is om te verdwalen in het doolhof dat jeugdhulp heet”, zei Liane tegen verantwoordelijk bewindsman Maarten van Ooijen. Het Kamerlid gaf diverse voorbeelden van wat ze zelf heeft ervaren: “Van de ene wachtlijst naar de andere. Van de ene foute diagnose naar de andere. Door hulpverleners buitengesloten worden en machteloos moeten toezien hoe het steeds slechter gaat met je kind. Vechten tussen twee instellingen omdat de ene instelling de behandeling van een andere tegenhoudt.”
Meer ellende
Liane gaf aan dat ze als moeder maar één ding wilde: “Dat je kind goed en snel wordt geholpen en dat jij en je gezin serieus worden genomen”. Daar schort het helaas steeds meer aan in Nederland. De Jeugdwet heeft de afgelopen acht jaar niet gebracht wat ermee beoogd werd. “In plaats van minder bureaucratie zien we alleen maar meer ellende”, constateert het Kamerlid van GOUD. Ze riep staatssecretaris Van Ooijen op vaart te maken met de Hervormingsagenda Jeugd. “Zodat wij, kinderen en hun ouders, heel snel resultaten gaan zien van dat wat er nu op papier staat.”
Lees hieronder de volledige inbreng van Kamerlid Liane den Haan bij het debat over de hervormingsagenda voor de jeugdzorg met staatssecretaris Maarten van Ooijen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
“De jeugd heeft de toekomst. Er wordt gewerkt aan de positie van jongeren op de arbeidsmarkt, de basisbeurs is weer terug, er wordt flink ingezet op woningen voor jongeren. Dat is mooi, maar volgens KidsRights maakt Nederland er op het gebied van jeugdhulp en jeugdbescherming een potje van. En dat herken ik volledig.
Ik vind het extra ingewikkeld. Want ik sta hier niet alleen als volksvertegenwoordiger. Ik sta hier ook als moeder. Een moeder die weet wat het is om te verdwalen in het doolhof dat jeugdhulp heet. Van de ene wachtlijst naar de andere. Van de ene foute diagnose naar de andere. Door hulpverleners buitengesloten worden en machteloos moeten toezien hoe het steeds slechter gaat met mijn kind. Vechten tussen twee instellingen omdat de ene instelling de behandeling van een andere tegenhoudt. Knokken voor continuïteit van hulp als je kind 18 wordt.
Als moeder heb ik niks met de term marktwerking. Maar alles met goede of slechte hulpverleningsinstanties. Als moeder mogen sommige vastgeroeste jeugdhulporganisaties van mij zo bij het oud vuil, terwijl een nieuwe aanbieder juist fantastisch heeft geholpen. Als moeder heb ik er niks mee dat er wet- en regelgeving moet worden aangepast. En mijn kind ook niet. Als moeder wil je maar één ding: dat je kind goed en snel wordt geholpen en dat jij en je gezin serieus worden genomen.
Als volksvertegenwoordiger zie ik dat de Jeugdwet de afgelopen acht jaar niet heeft gebracht wat ermee beoogd werd. In plaats van minder bureaucratie zien we alleen maar meer ellende.
In de rondetafelbijeenkomst van vorige week lieten alle sprekers blijken dan ook blij te zijn met het feit dat er nu in ieder geval iets ligt. Maar ook dat er nog flink wat zorgen zijn over de uitvoering en het financiële kader. Ik wil tempo op die uitvoering én ik hoop dat met domein-overstijgende samenwerking, data- en kennisuitwisseling en nog veel meer andere zaken ook efficiency te behalen valt.
Ik heb nog een aantal vragen aan de staatssecretaris:
– Als je 18 wordt, heb je niet ineens behoefte aan andere hulp. De 18-/18+ problematiek is niet echt geadresseerd. De staatssecretaris verwijst naar de verlengde jeugdhulp. Maar gemeenten zijn hier terughoudend mee, als ze er al mee bekend zijn. Er zou eigenlijk onderbouwd moeten worden waarom jeugdhulp gestopt kan worden in plaats van waarom deze door moet gaan. D66 zal hier straks ook iets over zeggen, maar ook ik wil weten waarom de staatssecretaris hier niet voor kiest?
– Al eerder heb ik gevraagd naar het faciliteren van jongeren zodat zij mee kunnen praten over wat goede jeugdzorg is. De staatssecretaris gaf aan dat dit via de Nationale Jeugdraad (NJR) is geregeld en ik heb de brief gelezen die daarover is binnengekomen.
In de rondetafel gaf ook ExpEx (Experienced Experts, getrainde jongeren die zelf ervaring hebben in de jeugdhulp en zich inzetten als maatje van jongeren en adviseur van instellingen en overheden) aan dat zij vinden dat zij niet voldoende gefaciliteerd worden om mee te praten aan de voorkant van beleid. Hoe gaat de staatssecretaris, naast de NJR-jongeren, ervaringsdeskundigen betrekken bij het vervolg? Zijn hier middelen voor beschikbaar?
– In de Hervormingsagenda is minder aandacht voor uithuisplaatsingen. Hoe gaat de staatssecretaris pleegzorg en andere kleinschalige oplossingen oppakken en versterken? Verder begrijp ik dat pleegouders kinderopvang voor hun pleegkinderen bijna niet tot helemaal niet vergoed krijgen en dit uit eigen zak moeten betalen. Hier moet een oplossing voor komen. Hoe ziet de staatssecretaris dit?
Vier minuten spreektijd is te kort om alles te zeggen wat er gezegd moet worden over dit belangrijke onderwerp. Maar vier jaar om te komen tot een Hervormingsagenda Jeugd is veel te lang. Mijn oproep aan de staatssecretaris is dan ook: maak vaart! Doe wat je kunt om zaken zo te organiseren dat wij, kinderen en hun ouders, heel snel resultaten gaan zien van dat wat er nu op papier staat.”