Gezondheid

Jeugdzorg: ‘Laat kwetsbare jongeren niet in de kou staan’

“We kunnen de meest kwetsbare jongeren en hun ouders niet nog langer in de kou laten staan”, vindt Liane den Haan. In de Tweede Kamer werd gesproken over de Jeugdzorg. “Hoe gaan we ervoor zorgen dat deze jongeren en hun familie die acuut hulp nodig hebben op korte termijn opgevangen worden?”, wil Liane weten.

Er is geen onduidelijkheid over dat het anders moet in de Jeugdzorg, bij niemand. Er is wel – al tientallen jaren zelfs – onduidelijkheid over hoe het dan wél moet. “Ik snap dat we geen ijzer met handen kunnen breken”, zegt Liane den Haan naar aanleiding van een debat over de Jeugdzorg in de Tweede Kamer, “maar de problemen zijn al lang bekend: de enorme wachtlijsten, het personeelstekort, de slechte samenwerking tussen de verschillende partijen, het kwaliteitsniveau van de GGZ-instellingen en de ellende binnen de gesloten instellingen.”

Meest kwetsbare kinderen

Liane benadrukt dat er hulp moet komen voor de meest kwetsbare kinderen en hun dierbaren. “Er moet meer ingezet worden op samenwerking tussen de hulpverleners, het onderwijs, gemeenten, en corporaties. En er moet meer ruimte en aandacht komen voor preventie en vroegsignalering. We kunnen de meest kwetsbare jongeren en hun ouders niet nog langer in de kou laten staan.”

Jeugd heeft de toekomst

Liane zegt vanuit de grond van haar hart te hopen dat er éíndelijk wat gaat gebeuren om de Jeugdzorg in Nederland te verbeteren. “Want we zeggen altijd dat de jeugd de toekomst heeft, dan moeten we de jongeren die in hun jeugd hulp nodig hebben niet in de kou laten staan, maar juist kansen op een mooie toekomst bieden!”

 


 

Oproep van Liane den Haan aan het kabinet bij gelegenheid van het wetgevingsoverleg Jeugd en aanverwante zaken van de begrotingen VWS en J&V voor het jaar 2022. Bij het overleg waren Paul Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en Sander Dekker, minister voor Rechtsbescherming, aanwezig.

“Ruim tien jaar geleden kreeg een vriendin van mij te maken met Jeugdzorg. Een opeenvolging van nare ervaringen moesten zij en haar gezin ondergaan. Dat raakte mij enorm en ik heb toen dikwijls gedacht: het zal je maar treffen. Je kind te zien worstelen en nog verder af te zien glijden. Helaas heb ik dat de laatste twee jaar zelf ook moeten meemaken met mijn eigen kind.

De kritiek op de Jeugdzorg is niet van gisteren, en zelfs niet van tien jaar geleden. Er wordt al tientallen jaren kritiek geleverd door jongeren en ouders. Maar ook professionals die zelf in de Jeugdzorg werken, door onderzoekers van kennisinstituten, door journalisten en ook politici.

Er is dus geen onduidelijkheid over dat het anders moet, maar wel over hoe dan.

De Commissie van Wijzen heeft in mei van dit jaar geadviseerd een Ontwikkelagenda Jeugd op te stellen. Dat is uiteindelijk de Hervormingsagenda Jeugd geworden en die moet oplossingen bieden voor de enorme knelpunten en problemen in de Jeugdzorg en het hele stelsel daaromheen.

Van staatssecretaris Blokhuis wil ik graag horen hoe het hiermee precies staat? Hoe lang gaat het nog duren voordat de Hervormingsagenda klaar is? Hoe gaat de onderlinge samenwerking tussen partijen?

Ik snap dat we geen ijzer met handen kunnen breken. Maar eerlijk gezegd zijn de problemen al lang bekend:

– De enorme wachtlijsten
– Het personeelstekort
– De slechte samenwerking tussen de verschillende partijen
– Het kwaliteitsniveau van de GGZ-instellingen
– De ellende binnen de gesloten instellingen.

Dat laatste is onlangs ook weer pijnlijk blootgelegd in de documentaire Jason die onlangs op televisie is uitgezonden.

We kunnen de meest kwetsbare jongeren en hun ouders toch niet nog langer in de kou laten staan? Hoe gaan we ervoor zorgen dat deze jongeren en hun familie die acuut hulp nodig hebben opgevangen worden op korte termijn?

Er moet hulp komen voor de meest kwetsbare kinderen en hun dierbaren in ons land. Zij moeten gehoord worden en hulp krijgen die integraal aansluit bij hun leefwereld. Ik wil graag van de staatssecretaris weten wat de stand van zaken is rondom levensloopbegeleiding. Los van leeftijd, los van de verschillende wetten, maar maatwerkoplossingen. Op welke termijn is dit te realiseren?

Er moet verder meer ingezet worden op samenwerking tussen de hulpverleners, het onderwijs, gemeenten, corporaties etc. En gezamenlijk moet meer ruimte en aandacht komen voor preventie en vroegsignalering. Ik ben benieuwd hoe de staatssecretaris dat op korte termijn denkt te realiseren.

Naast de cultuur binnen de Jeugdzorg, die door alle deskundigen ook genoemd is in het laatste rondetafelgesprek, is ook aangegeven hoe belangrijk kennis- en digitale infrastructuur is om kwaliteit, ontwikkeling en innovatie te borgen. Hoe wordt die kennisdeling structureel opgepakt en ingezet?

Er is door het kabinet 50 miljoen beschikbaar gesteld voor de aanpak van knelpunten in de acute jeugd-GGZ, zoals de wachtlijstondersteuning, inzet van professionals en ervaringsdeskundigen. Ik begrijp dat er 28 acute-jeugd-GGZ-aanbieders binnen acht coördinerende gemeenten hiermee aan de slag zijn gegaan. Waarom maar 28?

Mevrouw Gieke Buur van het Ondersteuningsteam Zorg voor de Jeugd heeft het ook al gezegd in de rondetafelbijeenkomst in oktober: de toegang tot ons zorgsysteem is complex. Er moet meer samengewerkt worden en de cultuur moet veranderen binnen de Jeugd-GGZ. Zij geeft aan dat er duidelijkere routewijzers moeten komen, evenals lef, toegang en delen van netwerken, creativiteit en veranderkundige ervaring. De regionale expertteams en de bovenregionale expertisecentra jeugdhulp zouden daarin moeten helpen en aanjagen. Die teams en centra functioneren nog niet overal goed. Wat is de opbrengst van de teams en centra tot nu toe? En hoe kan het nog beter en nog sneller op een goede manier gaan functioneren?

Wat heel duidelijk was en werd benoemd – zowel door de ouders als ook de jongeren, maar zeker ook bij de deskundigen – was het ontbreken van doorlopende zorg en ondersteuning. Zoals ik al eerder noemde: de levensloopbegeleiding. Het feit dat je ineens 18 jaar wordt, verandert wellicht wetstechnisch het een en ander, maar in de zorg is continuïteit nodig. De zogenoemde 18-/18+ problematiek is een enorme weeffout in ons systeem en is oorzaak van ellende, verdriet en in veel gevallen enorme schade. Dit kan en mag echt niet meer gebeuren. Hier moet een duidelijke oplossing voor komen.

Dan het convenant dat is gesloten tussen een aantal partijen om de continuïteit van jeugdhulp te bevorderen. Mooi dat zo’n convenant er is. Maar het is maar papier. Ik besef dat de inkt van dit convenant nog maar net droog is, maar ik maak mij toch een beetje zorgen. Er staat dat er ingezet gaat worden op de bekendheid van het convenant en de afspraken die hierin zijn gemaakt. Hoe staat het hiermee? En ik snap dat door de decentralisatie er ook een grote autonomie bij de gemeenten ligt. Maar op dit front zou er overal gelijke en eenduidige toegang tot Jeugdzorg moeten zijn.

Ik hoop echt met heel mijn hart dat er éíndelijk wat gaat gebeuren om de Jeugdzorg in ons land te verbeteren. Want we zeggen altijd dat de jeugd de toekomst heeft, dan moeten we de jongeren die in hun jeugd hulp nodig hebben niet in de kou laten staan, maar juist kansen op een mooie toekomst bieden!”

Deel dit artikel via

Wilt u graag op de hoogte blijven?
Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief!