Gezondheid

Mantelzorgers ontlasten, om te voorkomen dat zij omvallen

Mantelzorgers hebben vaak een zware taak, die tijdens de coronacrisis nog zwaarder is geworden. Om te voorkomen dat mantelzorgers omvallen, moeten zij ontlast worden. Bovendien moeten de afspraken die zorgverzekeraars en gemeenten hebben gemaakt om mantelzorgers te ondersteunen worden uitgevoerd.

Steeds meer mantelzorgers zijn zwaar overbelast, bleek uit een onderzoek uit 2019 van het Sociaal Cultureel Planbureau. De coronacrisis kan de situatie van de mantelzorgers nog verergerd hebben, vermoed Kamerlid Liane den Haan. Zij vroeg aan staatsecretaris Maarten van Ooijen van Volksgezondheid een nieuw onderzoek van het SCP, zodat we op de hoogte zijn van de huidige stand van zaken en daar beleid op kunnen maken. Want voor alles moet voorkomen worden dat mantelzorgers omvallen!

Samen sterk voor mantelzorg

Om mantelzorgers goed te ondersteunen bij hun zo belangrijke taak is het bestuurlijk akkoord ‘Samen sterk voor mantelzorg’ opgesteld. Daarin staan afspraken tussen onder andere zorgverzekeraars en gemeenten om mantelzorgers de ondersteuning te geven die ze nodig hebben. “Dat akkoord ligt er inmiddels al twee jaar”, zei Liane den Haan. Ze wil van de staatssecretaris horen welke stappen er in die twee jaar gezet zijn. Liane pleitte ook voor meer bekendheid voor de palliatieve terminale zorg, ook weer om mantelzorgers te ontlasten.

Casemanagers dementie

Liane den Haan brak in de Tweede Kamer een lans voor casemanagers dementie. “Casemanagers dementie zijn onmisbaar als we willen dat mensen met dementie zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Een casemanager kan helpen bij alle wirwar van regels waarmee mensen met dementie en hun naasten te maken krijgen. Helaas zien we dat zorgverzekeraars nog te weinig wijzen op de mogelijkheden van een casemanager of onvoldoende beschikbaarheid hebben. Ik wil de minister daarom vragen om zorgverzekeraars hierop aan te spreken!” Liane wees er ook op dat innovatieve zorgtechnologie meer en beter ingezet kan worden, thuis en in de instellingen.

 


 

De inbreng van Liane den Haan bij het commissiedebat over de onderwerpen dementiezorg, langer thuis, PGB, wijkverpleging, Wmo en palliatieve zorg met minister Conny Helder van Langdurige Zorg en Sport en met staatsecretaris Maarten van Ooijen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

“De meeste mensen willen zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. Mantelzorgers zijn daarbij onmisbaar. De afgelopen twee jaar hebben mantelzorgers de zorg opgevangen die de reguliere zorg door personeelsuitval niet kon leveren. In 2019 heeft het Sociaal Cultureel Planbureau een onderzoek gedaan naar de ontwikkelingen van de hulp die vrijwilligers en mantelzorgers bieden in de periode 2014 tot 2019. Daaruit bleek al dat het aantal zwaar overbelaste mantelzorgers flink toenam. En de coronacrisis zal daarbij niet geholpen hebben. Om dat echt te weten, zou het SCP opnieuw een onderzoek moeten doen, nu de coronacrisis voorbij lijkt te zijn. Hoe staat de staatssecretaris hier tegenover?

Ook wil ik hem vragen wat de stand van zaken is van het bestuurlijk akkoord ‘Samen Sterk voor Mantelzorg’ waarin afspraken zijn opgenomen tussen onder andere zorgverzekeraars en gemeenten om mantelzorgers de ondersteuning te geven die ze nodig hebben. Dat ligt er inmiddels ook al twee jaar. Welke stappen zijn gezet, vraag ik de staatssecretaris? En hetzelfde geldt voor het rapport van commissie Clémence Ross over respijtzorg. De conclusies uit dat rapport worden nog onvoldoende opgepakt.

Op dit moment zijn er rond de 290.000 mensen met dementie in Nederland en rond 2040 zal dat verdubbelen. Het is daarom belangrijk dat mensen met dementie en hun mantelzorgers de zorg en ondersteuning krijgen die ze nodig hebben. En dat mensen met dementie als waardevol lid van de samenleving kunnen blijven functioneren. Dat is ook de missie van de Nationale Dementiestrategie die in 2020 is opgesteld. Hoe gaat de nieuwe minister deze strategie oppakken en vooral versnellen? Ook als we willen dat mensen met dementie zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen, moeten er snel stappen worden gezet. Een casemanager dementie is daarbij onmisbaar. Die kan helpen bij alle wirwar van regels waarmee mensen met dementie en hun naasten te maken krijgen. Helaas zien we dat zorgverzekeraars nog te weinig wijzen op de mogelijkheden van een casemanager of onvoldoende beschikbaar hebben. Ik wil de minister daarom ook vragen om zorgverzekeraars hierop aan te spreken.

Een casemanager kan ook helpen bij de inzet van technologie bij mensen met dementie. Uit de laatste monitor Woonvormen van het Trimbos instituut blijkt alleen dat veel zorgpersoneel niet goed weet hoe de aanwezige zorgtechnologie werkt. Ze halen er niet alles uit wat erin zit. Bij installatie wordt het personeel dat er dan werkt wel ingelicht, maar door het grote verloop is nieuw personeel vaak niet op de hoogte. Dat is enorm zonde. Is de minister bereid om in samenwerking met het veld te onderzoeken hoe zorgtechnologie thuis en in de instellingen meer ingezet kan worden? Is zij bereid in gesprek te gaan met zorgopleidingen om de kennis van technologie te vergroten? En is zij het met mij eens dat het belangrijk is om mensen met dementie en hun naasten te betrekken bij de ontwikkeling van deze technologie?

Dan: de mensen in de thuiszorg. De uitstroom in deze sector is door de werkdruk erg hoog. Daarom is het belangrijk dat er regionaal meer wordt ingezet op integrale ketenzorg en samenwerking. Door corona is de regionale samenwerking en het elkaar ondersteunen erg toegenomen. Hoe houden we dit vast en hoe breiden we dit uit? Hoe staat de minister daarin? En is zij van mening dat dit ook aangejaagd moet worden?

Een paar maanden geleden heb ik De Mantelmeeuw bezocht. Dat is een hospice en daarnaast leveren ze palliatieve thuiszorg door vrijwilligers. Ik was onder de indruk van de liefdevolle zorg die zij daar geven aan mensen die in de laatste levensfase zitten.

Ze draaien daar bijna volledig op vrijwilligers. Vaak worden die pas ingeschakeld als de situatie voor mantelzorgers niet meer vol te houden is. Ze horen vaak terug dat als mensen het eerder hadden geweten, dat de mantelzorger niet was omgevallen. Daarom wil ik pleiten voor meer bekendheid van palliatieve terminale zorg. Is de minister het hiermee eens en wat kan de minister doen om die bekendheid te vergroten?”

Deel dit artikel via

Wilt u graag op de hoogte blijven?
Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief!