“Voor mensen met dementie en hun naasten is het moeilijk om te praten over de dood, maar het is wel belangrijk om dat gesprek te voeren”, stelt Liane den Haan.
Uit een onderzoek van Alzheimer Nederland blijkt dat een mantelzorger die zich goed voorbereid voelt op toekomstige veranderingen minder zorgbelasting ervaart en de zorg voor hun naaste daardoor langer kan volhouden. In een monitor van Alzheimer Nederland uit 2022 geeft 39 procent van de mensen met dementie aan dat ze een gesprek hebben gehad met een zorgverlener over levenseinde en euthanasie. In 2017 was dat nog 34 procent. “Dat is dus een kleine toename”, rekent Liane voor, “maar het zijn nog steeds veel te weinig mensen.”
Kennis uitwisselen
Volgens minister Kuipers van Volksgezondheid is het aan de beroepsgroep om het gesprek over het levenseinde te stimuleren. “Hij heeft toegezegd de uitwisseling van kennis en ervaring te faciliteren”, weet Liane. “Ook heeft hij beloofd na te vragen of de beroepsgroep bij het uitwisselen tegen barrières aanloopt. Ik ben erg benieuwd wat er uit die navraag is gekomen.”
Intensive care
Artsen moeten met patiënten het gesprek over het levenseinde aangaan op een moment dat er nog niets aan de hand is, vindt Liane. Het Kamerlid geeft een voorbeeld waaruit blijkt dat dat belangrijk is: “Tijdens de coronapandemie werden veel ouderen door huisartsen gebeld of ze nog wel of niet behandeld wilden worden als ze met corona op de intensive care terecht zouden komen. Daar is toen veel om te doen geweest en veel ouderen schrokken gigantisch door dat telefoontje. Ze waren bang dat ze niet meer behandeld zouden worden, ook al zouden ze dat willen. Zoiets moet je voorkomen.”
Handreiking
“Het is echt voor iedereen belangrijk om te spreken over het levenseinde”, benadrukt Liane. “De dood kan er helaas sneller zijn dan je denkt. Ik hoop dat het ministerie wil aangeven wat mensen zelf thuis kunnen doen als ze dat gesprek willen aangaan. Want ik krijg de indruk dat het bij veel mensen niet bekend is. Ik weet dat hier ook een handreiking voor is, maar ik geloof niet dat velen daarvan op de hoogte zijn.”