De opkomst van goedkope zorgpolissen ondermijnt de solidariteit, vindt Liane den Haan. Ze stelde er vragen over aan minister Kuipers. De bewindsman stelt dat de zogenaamde tweelingpolissen het voor verzekerden onnodig ingewikkeld maken om een zorgverzekering te kiezen en dat ze ook de risicosolidariteit zouden kunnen aantasten. Het ministerie van VWS onderzoekt momenteel hoe de zorgpolismarkt er precies uitziet.
Zorgverzekeraars lokken gezonde klanten met zogenaamde tweelingpolissen, vrijwel dezelfde polis als de hoofdpolis, maar met een andere naam en stukken goedkoper, soms wel tot twintig euro per maand. Bijna alle grote zorgverzekeraars hebben inmiddels een eigen tweelingpolis. ONVZ heeft Jaaah, CZ noemt de goedkopere polis Just en Zilveren Kruis ZieZo. Verder zijn er nog VinkVink van Menzis en Bewuzt van VGZ. Met deze polissen richten de verzekeraars zich heel gericht op de doelgroep van gezonde mensen, vaak jongeren.
Onwenselijke ontwikkeling
De Nederlandse Zorgautoriteit vindt deze ontwikkeling onwenselijk, net als Kamerlid Liane den Haan. “Zorgverzekeraars leggen met deze tweelingpolissen de bijl aan de wortels van de solidariteit. De premies gaan door de stijgende zorgkosten steeds verder omhoog en deze polissen zorgen ervoor dat de hoofdlabels straks onbetaalbaar worden.” Volgens Liane zijn vooral ouderen de dupe.
Liane stelde Kamervragen over de opmars van tweelingpolissen aan Ernst Kuipers, de nieuwe minister van Volksgezondheid. Ze wilde onder meer weten of de minister ook vindt dat de tweelingpolissen de solidariteit in het zorgstelsel aantasten. De bewindsman antwoordde dat tweelingpolissen niet bijdragen aan een onderscheidend polisaanbod. “Ze maken het voor een verzekerde onnodig ingewikkeld om een zorgverzekering te kiezen”, vindt Kuipers. “Deze polissen zouden ook de risicosolidariteit kunnen aantasten, indien de goedkopere polis zich vanuit financiële overwegingen richt op een specifieke groep verzekerden met bepaalde kenmerken in plaats vanuit een zorgperspectief.”
Minder aanvullende verzekeringen
Tweelingpolissen hebben opvallend vaak een minder groot aanbod aan aanvullende verzekeringen dan het hoofdmerk. “Daardoor zullen chronisch zieken niet voor het vechtmerk kiezen”, meent Liane, die spreekt van een vorm van risicoselectie. De minister stelt dat het niet zo is dat chronisch zieken als vanzelf een voorkeur hebben voor een uitgebreide aanvullende verzekering of überhaupt een aanvullende verzekering. “We kennen in Nederland namelijk een zeer breed basispakket. En aan de andere kant kan het ook zo zijn dat een verzekerde die weinig kosten maakt voor de basisverzekering, en dus gezien wordt als een ‘gezonde verzekerde’, wel behoefte heeft aan de ruime aanvullende verzekering met een hoge dekking voor bijvoorbeeld fysiotherapie of tandzorg”, aldus minister Kuipers.
Onafhankelijke vergelijkingssite
Liane den Haan vindt dat zorgverzekeraars actief moeten melden als er een tweelingpolis bestaat van een hoofdlabel. Bovendien stelt het Kamerlid voor een onafhankelijke – en dus niet commerciële – vergelijkingssite voor zorgverzekeringen te ontwikkelen. “Daarmee kunnen verzekerden op basis van objectieve en begrijpelijke informatie een keuze maken”, aldus Liane.
De minister antwoordt dat zorgverzekeraars informatieverplichtingen hebben; zij moeten een overzicht plaatsen met deze (nagenoeg) gelijke polissen. “Het overzicht moet ingaan op de belangrijke verschillen tussen de polissen”, legt de minister uit. “Omdat het belangrijk is dat verzekerden het overzicht ook daadwerkelijk kunnen vinden en gebruiken, moet het overzicht op een direct zichtbare plek op de website staan waar ook het aanbod van de polissen en de premies van de zorgverzekeraar zijn geplaatst. Dat betekent dat het voor verzekerden inzichtelijk is als er een (nagenoeg) gelijke polis bestaat.”
Onderzoek
Minister Ernst Kuipers meldt dat er momenteel een onderzoek wordt uitgevoerd dat in kaart brengt hoe de polismarkt eruitziet. “Uit het onderzoek wil ik achterhalen in hoeverre verzekerden verschillen in polissen ook echt als onderscheidend zien. Op basis van de resultaten zal ik bepalen of vervolgstappen voorhanden en nodig zijn”, aldus de minister in de antwoorden aan Liane den Haan.
Lees hier het volledige antwoord van minister Kuipers aan Liane den Haan
Op 16 maart 2022 stelde Liane den Haan vervolgvragen aan minister Kuipers van Volksgezondheid. Deze vragen leest u hieronder.
1. Deelt u de mening dat de huidige ‘Regeling informatieverstrekking ziektekostenverzekeraars aan consumenten’ niet effectief is in het tegengaan van tweelingpolissen (dat wil zeggen, twee polissen die op kleine punten verschillen, bijvoorbeeld ten aanzien van het vergoedingspercentage voor niet-gecontracteerde zorg)?
2. Deelt u de mening dat verbetering van de risicoverevening een zeer effectieve maatregel is om tweelingpolissen tegen te gaan, onder andere zodat ongezonde mensen niet langer voorspelbaar verliesgevend zijn, en er dan geen reden meer is voor zorgverzekeraars om tweelingpolissen aan te bieden?
3. Bent u bekend met de technische mogelijkheden om ervoor te zorgen dat ongezonde verzekerden niet langer voorspelbaar verliesgevend zijn, bijvoorbeeld door bij de schatting van de gewichten van de vereveningsformule, de restrictie toe te voegen dat het gemiddeld resultaat op de ongezonden gelijk aan nul is (de zogenaamde ‘constrained regression’-methode)?
4. Deelt u de mening dat als ongezonde verzekerden gemiddeld niet langer voorspelbaar verliesgevend zijn, zorgverzekeraars niet langer terughoudend hoeven te zijn in het investeren in zorginkoop en innovatie voor chronisch zieken en zij eindelijk in hun marketing duidelijk kunnen maken dat zij de beste zorg voor chronisch zieken hebben ingekocht?
5. Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat zorgverzekeraars zich in hun marketing de afgelopen decennia vrijwel uitsluitend hebben gericht op gezonde (dus winstgevende) verzekerden, en niet op ongezonde (dus verliesgevende) verzekerden en dat het een ongekend gunstige ontwikkeling zou zijn als zorgverzekeraars eindelijk kunnen gaan adverteren met: ‘Chronisch zieken, kom bij ons!’, zonder dat zij bang hoeven te zijn dat ze hiermee onevenredig veel voorspelbaar verliesgevende verzekerden zullen aantrekken?
6. Bent u bereid zo spoedig mogelijk te realiseren dat ongezonde verzekerden gemiddeld niet langer voorspelbaar verliesgevend zijn, bijvoorbeeld door toepassing van de zogenaamde ‘constrained regression’-methode? Zo nee, waarom niet?