Inkomen

Oudere werknemers zijn niet als de poppetjes in het weerhuisje

Bij de Algemene Financiële Beschouwingen was de arbeidsmarkt een belangrijk thema voor Liane den Haan. Vooral de positie van mensen boven de 50 gaat haar aan het hart. Die mensen mogen niet als de poppetjes in het bekende weerhuisje zijn, zei ze. Dus niet naar achteren schuiven als het economisch slecht weer is en pas weer naar voren halen bij mooi weer. Ook de krapte in de zorgsector en de koopkrachtverslechtering van gepensioneerden waren onderwerpen in de inbreng van Liane.

Bij de Algemene Financiële Beschouwingen in de Tweede Kamer gaf Liane den Haan aan dat zij enkele zaken nadrukkelijker op de financiële agenda zou willen plaatsen. “Eén van die onderwerpen is een belangrijk zorgpunt voor mijn achterban”, zei Liane, “de koopkrachtverslechtering van gepensioneerden. Zij zijn al jarenlang de klos.” Ook voor volgend jaar gaat de koopkracht van gepensioneerden er niets op vooruit, stelde Liane vast. “Sterker nog: met de stijgende kosten voor energie en boodschappen en de duurdere lokale lasten zal voor veel gepensioneerden de koopkracht zelfs dalen.”

Liane vroeg aan het kabinet wat er gedaan wordt aan de dalende koopkracht voor ouderen. Ze had zelf wel een suggestie: “Het toch naar voren halen van de regels die gaan gelden in de transitieperiode richting het nieuwe pensioenstelsel. Dus per 1 januari 2022 in plaats van pas in 2023.”

Nog een zaak die vooral ook een grote groep ouderen treft: zij komen moeilijker dan wie dan ook weer aan het werk. Liane vestigde daar tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen de aandacht op. “Hoe krijgen we ook de ouderen die nu werkzoekend zijn aan het werk?”, vroeg zij aan de minister. “Mensen van boven de 50 zijn niet het weerhuisje van de conjunctuur. Die je opzijzet als het slecht weer is en waar je om ze schreeuwt als het mooi weer is en de economie op volle toeren draait.” Oudere werknemers zijn waardevol en verdienen het om zo behandeld te worden, benadrukte Liane en zij pleitte voor een soort APK om tijdig bij te sturen om zo te voorkomen dat als het slecht gaat deze groep op straat wordt gezet en niet meer aan het werk komt.

Liane den Haan stelde bij het debat voor een integraal masterplan te ontwikkelen om de krapte in de zorgsector op te lossen. “In het masterplan moeten arbeidsvoorwaarden, contracten, wet- en regelgeving, financiën, onderwijs en zorg samenkomen”, vindt Liane. Dat vergt een behoorlijke investering, beseft ze. “Maar met de vergrijzing en zonder voldoende zorgpersoneel lopen we al snel aan tegen het plafond qua zorgcapaciteit.”

 


 

De inbreng van Liane den Haan bij de Algemene Financiële Beschouwingen met demissionair minister Wopke Hoekstra.

“Allereerst dank aan de ambtenaren en de bewindspersonen voor de stukken. Een enorme hoeveelheid leesvoer die veel inzicht geeft, maar ook vragen oproept.

Er zijn vier thema’s gekozen waarbinnen gewerkt wordt. Een financieel gezond Nederland, Een sterke en duurzame economie, de Belastingdienst op orde en de Toeslagen.

Er is in de afgelopen maanden veel gezegd over de uitvoerende instanties en alle zaken die daar niet goed zijn gegaan. Er wordt hard gewerkt aan het oplossen van problemen en het verbeteren van de kwaliteit.

Omwille van de tijd wil ik mij nu beperken tot een paar onderwerpen uit de eerste twee thema’s.

Een financieel gezond Nederland en een sterke en duurzame economie.

We hebben een onvoorstelbare krimp van onze economie gehad, maar hoe fijn is het dat we ook een ongekende economische veerkracht zien. Dit jaar groeit onze economie zelfs 3,9 procent BBP. Dit in tegenstelling tot de raming van het Centraal Plan Bureau in maart van dit jaar, die nog uitging van een groei van 2,2 procent BBP.

De steunmaatregelen hebben de klap van de recessie voor een groot deel opgevangen. En dat is mooi. Maar tegelijkertijd zien we ook een stijging van de overheidsschuld. Door onder andere de steunmaatregelen, het verleende belastinguitstel, maar ook door extra overheidsleningen aan bedrijven en een daling van de overheidsinkomsten is de overheidsschuld behoorlijk toegenomen. Toch blijven wij met 57,7 procent BBP in de begroting 2022 nog ruim onder het gemiddelde van de Europese norm van 60 procent BBP.

En daar zit nou net toch wel mijn worsteling. Enerzijds vind ook ik dat we niet over die 60 procent heen moeten gaan, anderzijds hebben we dan nog ruimte van 2,3 procent.

Corona heeft ons een hoop geleerd, maar heeft ook een hoop uitdagingen nog zichtbaarder gemaakt. Het Kabinet heeft ervoor gekozen om voor deze uitdagingen geld vrij te maken en verdeelt de uitdagingen in zeven thema’s.

Die uitdagingen liggen op het gebied van betere kwaliteit in het onderwijs, kansengelijkheid op de arbeidsmarkt, een eenvoudiger toeslagenstelsel, ruimte voor wonen, toekomstbestendige zorg, duurzame veiligheid en het klimaat.

Een paar zaken zou ik nadrukkelijker op de financiële agenda willen.

Net als de Raad van State vind ik dat het thema arbeidsmarkt te beperkt blijft. Er is op dit moment een enorme toenemende krapte op de Nederlandse arbeidsmarkt en we hebben te maken met een grotere vraag naar arbeid dan het aanbod kan bolwerken.

Dat kan ervoor zorgen dat de economische groei stagneert en of beperkt wordt.

We zullen dus met elkaar creatief moeten nadenken over een aantal zaken zoals:

– Hoe kunnen we nieuwkomers zo goed mogelijk aan het werk krijgen?
– Hoe krijgen we een hogere arbeidsparticipatie van vrouwen?
– En heel belangrijk voor de grote groep ouderen die moeilijker dan wie dan ook weer aan het werk komt: Hoe krijgen we ook de ouderen die nu werkzoekend zijn aan het werk?

Mensen van boven de 50 zijn niet het weerhuisje van de conjunctuur. Dat je mensen opzijzet als het slecht weer is en je om ze schreeuwt als het weer mooi weer is en de economie op volle toeren draait. Oudere werknemers zijn waardevol en verdienen het om zo behandeld te worden. Daarom pleit ik ook voor een APK om tijdig de employability bij te sturen om te voorkomen dat als het slecht gaat deze groep op straat wordt gezet en niet meer aan het werk komt.

Oudere werknemers en werkzoekenden verdienen het niet om gediscrimineerd te worden. Laten we daar echt wat aan doen!

Is de minister dit met mij eens en welke ideeën zijn hiervoor ontwikkeld? Bouwstenen 3 en 5 uit het rapport Borstlap bieden hier ruimte voor, maar in hoeverre is hier ook concreet over nagedacht en is er budget beschikbaar om uitvoering te geven aan de adviezen van de commissie Borstlap?

Verder vind ik dat er wat beperkend naar de zorg wordt gekeken. Het gaat voornamelijk over kostenbeheersing; iets dat natuurlijk ook heel belangrijk is. Maar we hebben te maken met een enorm probleem op de arbeidsmarkt. De roep van zorgpersoneel om toch vooral wat aan de werkdruk te doen moeten wij zeer, maar dan ook zeer serieus nemen. Ik lees dat het kabinet zaken als preventie, betere coördinatie van de zorg, vernieuwing in de manieren van werken en het bevorderen van het werkplezier en vermindering van de werkdruk door goed werkgeverschap ter hand wil nemen. Dat is mooi, maar centrale regie is hierbij denk ik, gezien de omvangrijkheid van het probleem onontbeerlijk.

En daarom ik zou willen voorstellen, en dat zal ik morgen ook doen in het commissiedebat over de arbeidsmarkt in de zorg, om een integraal masterplan te ontwikkelen om met name de krapte in de zorgsector op te lossen. Er is een actieplan werken in de zorg, maar we moeten integraler kijken. In dit te ontwikkelen masterplan moeten arbeidsvoorwaarden, contracten, wet- en regelgeving, financiën, onderwijs en zorg samen komen.

Dit vergt een behoorlijke investering, maar met de vergrijzing en zonder voldoende zorgpersoneel lopen we al snel aan tegen het plafond qua zorgcapaciteit.
Hoe denkt de minister hierover?

En verder zou ik veel meer geld willen investeren in preventie. Gezien de bevindingen van de coronapandemie, maar ook gezien allerlei onderzoeken die al jarenlang het belang van gezond leven aangeven is inzetten op preventie cruciaal. Ik heb het al eerder gezegd: ik vind het huidige preventieakkoord wat slapjes. Met veel te weinig ambitie.

Is de minister het met mij eens dat er nog eens goed gekeken moet worden naar de doelstellingen van het preventieakkoord en dat de financiën die hiervoor nodig zijn moeten worden gezien als investering in plaats van als kosten?

Verder wil ik graag stil staan bij een belangrijk zorgpunt voor mijn achterban: de koopkrachtverslechtering van gepensioneerden. Zij zijn al jarenlang de klos. Het goede nieuws is dat door de transitie financieel toetsingskader er tot 2026 niet of nauwelijks kortingen van de pensioenen worden voorzien. Maar het slechte nieuws is dat de komende jaren er ook geen indexatie wordt voorzien.

Ook voor volgend jaar gaat de koopkracht van gepensioneerden er niets op vooruit. Sterker nog: met de stijgende kosten voor onder andere energie, boodschappen en duurdere lokale lasten zal voor veel gepensioneerden de koopkracht zelfs dalen.

Is de minister het met mij eens, zoals ook de demissionair staatssecretaris van Sociale Zaken gisteren al aangaf, dat ouderen al heel lang achterblijven qua koopkracht?

En zo ja, wat wordt daaraan gedaan? Ik heb zelf wel een suggestie: het toch naar voren halen van de regels die gaan gelden in de transitieperiode richting het nieuwe pensioenstelsel. Dus per 1 januari 2022 in plaats van pas in 2023.”

Deel dit artikel via

Wilt u graag op de hoogte blijven?
Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief!