Raymond Brood uit Heemstede is verbonden aan de Tweede Kamerfractie van GOUD Nederland als adviseur op het gebied van financiën en pensioenen. Raymond stond op plaats 2 van de kieslijst voor de Tweede Kamer, hij is bestuurder en ondernemer en hij heeft koken, de geschiedenis van de twintigste eeuw en reizen als hobby’s. Raymond wil zich inzetten voor een betere bescherming van oudere werknemers. “Jongeren kunnen veel dingen snel leren, maar ervaring komt met de jaren en is minstens zo belangrijk. Juist die combinatie is belangrijk in een wereld van snelle veranderingen”, aldus Raymond.
Raymond Brood studeerde rechten aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. “Ik begon in 1982 met echt werken”, vertelt hij. “Eerst zeventien jaar in de financiële wereld, waarvan een belangrijke deel in het vermogensbeheer voor onder meer pensioenfondsen. Daarna in de employee benefits consultancy, denk daarbij aan pensioenen, ziektekosten en arbeidsongeschiktheid.”
Later verbreedde Raymond zijn aandachtsgebied met arbeidsmarktvraagstukken en de demografische ontwikkelingen. “Eerst in Nederland, daarna in de Benelux en vervolgens was ik verantwoordelijk voor West-Europa, waardoor je ook ervaring opdoet hoe het in andere landen werkt.” Raymond vertelt diverse verzekeraars en arbodiensten mee te hebben genomen naar de Verenigde Staten om daar het zorgstelsel te verkennen. “Ik heb meegewerkt aan tal van publicaties over het pensioen, de arbeidsmarkt en recent over de invloed van technologie op de arbeidsmarkt”, vervolgt Raymond. “Van 1982 tot 2016 heb ik voor grote bedrijven gewerkt die in Nederland, de Verenigde Staten of Engeland gevestigd waren. In 2017 heb ik met een aantal partners Workmetrics opgericht, omdat mij opviel dat bedrijven altijd roepen dat medewerkers het belangrijkste zijn, maar dat ze nauwelijks informatie hebben over wat er speelt bij deze groep. Datzelfde geldt bij zaken als duurzame inzetbaarheid. Juist bij dat laatste is het essentieel dat je weet wat er speelt. Workmetrics levert daarvoor de informatie.”
Druk baasje, heb je nog wel tijd voor een privéleven?
“Haha, jazeker wel. Daar maak ik tijd voor! Voor lekker koken bijvoorbeeld, een hobby van me. Net als voor de geschiedenis van de twintigste eeuw en reizen. Mijn vrouw Monique is arts. We kennen elkaar al sinds onze studententijd en zijn bijna veertig jaar getrouwd. We hebben vier kinderen: drie meisjes en een jongen. Ik ben naast mijn werk regent van twee hofjes en bestuurslid van de Hulpactie Haarlem. Vanuit de ervaring van de hofjes ben ik sinds 2019 initiatiefnemer van Vrij in Verbondenheid. De ervaring leert namelijk dat het leven in woongemeenschappen de lacune vult tussen volledig zelfstandig wonen en het wonen in een verpleeghuis. Tevens is de zorg dan goedkoper, omdat mensen meer naar elkaar omkijken en veel samen doen. Het is niet alleen goedkoper maar je hebt op den duur ook niet zoveel mensen in de zorg nodig als nu voorspeld wordt. Een woongemeenschap biedt naast wonen ook zorg en welzijn. Ik ben momenteel actief bezig om te zorgen dat er in de gebiedsvisie in Haarlem ruimte komt voor veel meer woongemeenschappen. En ik ben tevens bestuurslid van het Landelijk Hofjesberaad.”
Welk standpunt uit het programma van GOUD is voor jou het allerbelangrijkst?
“Ondanks het feit dat ik in de pensioenwereld de nodige ervaring heb, wil ik me vooral ook op twee andere belangrijke terreinen inzetten. Met pensioen gaan en een goed pensioen hebben is alleen maar mogelijk als je pensioen hebt kunnen opbouwen. Daarvoor is een baan nodig. Op de arbeidsmarkt worden ouderen nog te gemakkelijk aan de kant gezet en ze komen vervolgens niet meer aan het werk. Daarom moet er een betere bescherming komen voor de oudere werknemer, zowel in het baanbehoud, inzicht in de financiële consequenties, als het imago. Jongeren kunnen veel dingen leren, maar ervaring komt met de jaren en is minstens zo belangrijk. Daarnaast moet het gunstiger worden om een 50-plusser aan te nemen door belastingvoordelen voor werkgevers en/of het verlagen van sociale premies en het beperken van de financiële consequenties bij verzuim.”
Als nauw betrokkene bij wonen in hofjes; huisvesting van ouderen vind je belangrijk?
“Zeker! Er moet veel meer aandacht komen voor de huisvesting van senioren. Ouderen willen in hun omgeving best verhuizen, maar er is vaak geen goed alternatief. Daardoor ontstaat er een tekort aan gezinswoningen. Dat los je het beste op door de doorstroming te bevorderen. Dat is goed voor oud én jong. Dat, in combinatie met hetgeen ik eerder heb verteld over woongemeenschappen, moet gestimuleerd en verplicht worden door in gemeenten niet te praten over alleen sociale woningbouw maar concreet aan te geven wat voor wie moet worden gebouwd.”