Gezondheid

Sneller toegang tot nieuwe medicijnen, geen tijd te verliezen

Liane den Haan wil terug naar de werkwijze waarbij geneesmiddelen na goedkeuring door de EMA metéén beschikbaar zijn voor patiënten. En over vitamine D uit het zorgpakket halen zegt Liane: “Dat kan echt niet!”

Patiënten hebben vaak geen tijd om te verliezen. Soms gaat het zelfs om leven of dood. Nieuwe geneesmiddelen moeten daarom zo snel mogelijk beschikbaar komen, natuurlijk op een verantwoorde wijze, vindt Liane den Haan. In Nederland wachten patiënten steeds langer op nieuwe, goedgekeurde medicijnen. Dat was vroeger anders, zei Liane tegen minister Kuipers. “Tot 2011 werden geneesmiddelen onmiddellijk na goedkeuring door de EMA op de markt toegelaten, zodat deze nieuwe medicijnen ook meteen beschikbaar waren voor patiënten.”

Veel beter

Na toelating werd het nieuwe geneesmiddel vervolgens vier jaar gemonitord en volgde er een her-evaluatie. “Kan de minister uitleggen waarom ervoor gekozen is om van die procedure af te stappen?”, vroeg Liane. “In Duitsland doen ze dit ook, daar hebben patiënten meteen toegang tot goedgekeurde medicijnen. Dat is toch veel beter?”

Vitamine D

Liane den Haan wijst het plan om vitamine D uit het zorgpakket te halen stellig af. “Ouderen hebben gemiddeld een lagere vitamine-D-spiegel”, onderbouwt zij haar afwijzing. “Dat leidt tot bijvoorbeeld zwakkere botten. Ouderen gaan dan eerder vallen en voilà, dan krijgen we weer extra zorgkosten voor de kiezen. Dan gaan de premies weer omhoog en mensen betalen al genoeg aan zorgkosten. Er wordt bezuinigd, maar de rekening komt financieel en materieel bij de patiënt en de verzekerden te liggen.” Liane stelt voor om voor ouderen vanaf 70 jaar en mensen met een donkere huidskleur, die ook baat hebben bij vitamine D, een uitzondering te maken.

 


 

De volledige inbreng van Kamerlid Liane den Haan bij het commissiedebat Geneesmiddelenbeleid / Hulpmiddelenbeleid / Pakketbeheer met minister Ernst Kuipers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

“Veel mensen kunnen niet zonder één of meerdere medicijnen, het is dus belangrijk dat geneesmiddelen toegankelijk zijn voor iedereen.

Daarom ben ik blij dat mijn motie is aangenomen om de knelpunten in kaart te brengen rondom de toegang van patiënten tot geneesmiddelen. Ik wil de minister bedanken voor zijn reactie op die motie. Ik heb nog een aantal vragen. In de tabel met de doorlooptijden van extramurale geneesmiddelen zie je dat de tijd tussen de handelsvergunning en het indienen van het dossier door de fabrikant het grootst is. Maar ik begrijp dat het Zorginstituut bij elke aanvullende vraag deze extra tijd gebruikt om het dossier compleet te verklaren. Dit vertraagt enorm. Dit gaat ten koste van de patiënt. Wat kan de minister hieraan doen?

In de periode van 2006 tot en met 2011 was het zo dat geneesmiddelen na goedkeuring door de EMA op de markt werden toegelaten zodat deze nieuwe medicijnen ook meteen beschikbaar waren voor patiënten. Het middel werd vervolgens vier jaar gemonitord en er volgde een her-evaluatie. Kan de minister uitleggen waarom ervoor gekozen is om van die procedure af te stappen? In Duitsland doen ze dit ook, daar hebben patiënten meteen toegang tot goedgekeurde medicijnen. Dat is toch veel beter? Patiënten hebben vaak geen tijd om te verliezen.

Toegang tot generieke medicijnen zoals paracetamol lijkt vanzelfsprekend, maar is het niet. In Nederland kunnen we nog generieke medicijnen produceren, maar dat staat onder druk. Samen met het CDA en de SGP heb ik hier schriftelijke vragen over gesteld.

In de beantwoording geeft de minister aan geen overzicht te kunnen geven van het aantal producenten in Nederland dat generieke medicijnen produceert. Hoe kan dat? Verder geeft hij aan dat hij in gesprekken met zorgverzekeraars geen aanleiding ziet om zorgverzekeraars te dwingen om tenminste een derde van de generieke medicijnen in tabletvorm te laten bestellen bij lokale aanbieders. Waarom niet? Producenten hier kunnen niet concurreren met aanbieders in landen zoals India en China. Daarbij is het kwetsbaar om volledig afhankelijk te zijn of te worden van andere landen. Kijk maar naar het risico dat we lopen in een pandemie als corona.

Naast toegankelijkheid en beschikbaarheid is het ook belangrijk dat geneesmiddelen niet verspild worden. In april heb ik samen met collega Van den Berg de inspiratiegids ‘Verspil geen pil’ in ontvangst genomen. De minister heeft inmiddels het actieplan met voorstellen om geneesmiddelengebruik terug te dringen. Ik hoor graag later terug van de minister wat hij van de voorstellen vindt.

Een van de manieren om medicijnengebruik te verminderen is de inzet van afbouwmedicatie. Bij sommige medicatie moet het gebruik langzaam afgebouwd worden. Denk aan antidepressiva en zware pijnstillers zoals Oxycodon. Helaas wordt voor die afbouw niet altijd de juiste dosering vergoed door zorgverzekeraars. Ik heb daar samen met collega Paulusma schriftelijke vragen over gesteld, maar de antwoorden zijn helaas nog niet binnen. Dit probleem speelt al zeven jaar. Enkele zorgverzekeraars vergoeden het wel. Hoe kunnen we komen tot een structurele oplossing voor mensen die willen afbouwen zonder afhankelijk te zijn van de zorgverzekeraar waar je bij bent verzekerd? Het kan toch niet zo zijn dat mensen door moeten gaan met het slikken van zware medicijnen omdat ze niet verantwoord kunnen afbouwen? Dat kost meer geld en het brengt schade toe aan de gezondheid en kan leiden tot nog verdergaande verslaving.

Ik sluit mij aan bij mijn collega’s als het gaat over het plan om vitamine D uit het pakket te halen. Dat kan toch echt niet! Ouderen bijvoorbeeld hebben gemiddeld een lagere vitamine-D-spiegel. Dat leidt tot onder andere zwakkere botten. Ouderen gaan dan eerder vallen en voilà, dan krijgen we weer extra zorgkosten voor de kiezen. Gaan de premies weer omhoog en mensen betalen al genoeg aan zorgkosten. Er wordt bezuinigd maar de rekening komt financieel en materieel bij de patiënt en de verzekerden te liggen. Ik hoor graag van de minister of voor de groep ouderen vanaf 70 jaar en mensen met een donkere huidskleur die hier ook baat bij hebben een uitzondering gemaakt kan worden.

Tenslotte het voornemen van de minister om het geneesmiddelenvergoedingssysteem te moderniseren. Op zich snap ik dat goed en ik zie ook goede intenties van de minister. Een aantal vragen heb ik wel.

– De minister geeft aan geen idee te hebben van de effecten. Daarom wil hij de gevolgen monitoren, zonder dat duidelijk is waarop men wil monitoren.

– Er is nog geen zicht op de clusters binnen het GVS die in het bijzonder worden geraakt door de bezuiniging en daardoor is onduidelijk welke patiëntengroepen geraakt worden.

– Er wordt nog onderzoek gedaan naar de regeldrukeffecten, maar dat rapport volgt pas later.

De minister legt de volledige verantwoordelijkheid bij fabrikanten, die hun prijzen moeten verlagen. Dat zal in veel gevallen kunnen en nodig zijn, maar niet altijd en het kan risico’s voor de beschikbaarheid voor de patiënt geven.

Is het niet verstandig dit eerst allemaal duidelijk te hebben alvorens door te gaan met deze plannen om het GVS te moderniseren?”

Deel dit artikel via

Wilt u graag op de hoogte blijven?
Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief!