Liane den Haan pleit ervoor om het verpleeghuis meer centraal te zetten in de wijk. Er zijn al fantastische voorbeelden van in Nederland: het is fijn voor de bewoners, voor de eenzame mensen in de wijk en voor het personeel.
Tijdens een debat in de Tweede Kamer vroeg Liane den Haan aan minister Helder van Langdurige Zorg hoe zij de ontwikkeling van verpleegzorgplekken ziet. “Kan zij al iets zeggen over de financiering en de rol van mantelzorgers, en kan de minister aangeven aan welke criteria moet worden voldaan om 24 uur verpleegzorg thuis mogelijk te maken?”, vroeg Liane.
Belang van preventie
Na lang vragen en lobbyen is nu eindelijk het belang van preventie duidelijk. Liane den Haan vindt dat we ons niet alleen maar moeten focussen op slechte gewoontes als roken, drinken en ongezond eten of te weinig bewegen. “Er moet een integrale aanpak op preventie komen die ook rekening houdt met iemands sociale context en leefomgeving”, zei Liane. “Tegengaan van eenzaamheid en het inzetten op stevige en veilige sociale netwerken in de wijk kunnen eraan bijdragen dat mensen ook langer in hun eigen huis en omgeving kunnen blijven wonen.”
Haal de wijk naar binnen
Liane ziet een grote en mooie rol weggelegd voor het verpleeghuis. “Haal de wijk naar binnen en zet het verpleeghuis centraal in de wijk. Hier zijn al fantastische voorbeelden van. Vaak haal je hiermee leuke activiteiten binnen, levert het vrijwilligers op en dat is fijn voor de bewoners, voor de eenzame mensen in de wijk, fijn voor het personeel en fijn voor de familie”, aldus Liane.
Inbreng van Kamerlid Liane den Haan bij het commissiedebat Gehandicaptenbeleid / Verpleeghuiszorg / Wlz met Conny Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport.
“Laat ik vooropstellen dat ik trots ben op de Nederlandse ouderenzorg. Trots op al die fantastische zorgprofessionals, mantelzorgers en vrijwilligers die er samen voor zorgen dat onze alleroudsten de zorg krijgen die ze nodig hebben.
Maar er zijn natuurlijk altijd zaken voor verbetering vatbaar en daar wil ik het graag vandaag over hebben.
Al eerder heb ik aangegeven dat mantelzorgers tijdens de coronapandemie veel afgeschaalde zorg hebben moeten opvangen. Dit is niet structureel houdbaar. Het feit dat er te weinig verpleeghuisplekken zijn, wachtlijsten oplopen en er meer gestuurd gaat worden op verpleegzorgplekken snap ik voor een deel, maar hiermee lossen we de steeds groter wordende wachtlijsten niet op en de druk op mantelzorgers wordt onevenredig groot.
Ik weet dat er ouderenzorgorganisaties zijn, waaronder Fundis, die 24 uur verpleegzorg thuis verlenen. Het kan, maar is lastig realiseerbaar omdat je nu eenmaal thuis niet kunt voldoen aan alle eisen die ook aan de verpleeghuizen worden gesteld. Hoe ziet de minister de ontwikkeling van verpleegzorgplekken? Kan zij concreet schetsen hoe zij dit voor zich ziet? Kan zij al iets zeggen over de financiering en de rol van de mantelzorger hierin? En kan zij aangeven aan welke criteria moet worden voldaan om 24 uur verpleegzorg thuis mogelijk te maken.
Dan nog een paar vragen over verpleeghuiszorg:
Hoe kijkt de minister aan tegen de oproep van Actiz om de verpleeghuiszorg integraal te blijven financieren en dus hier niet het scheiden van wonen en zorg toe te passen?
En we praten al heel lang over domeinoverstijgende samenwerking in de ouderenzorg. Intramuraal, extramuraal, huisvesting, welzijn… Helaas blijkt dit toch nog lang niet overal goed te werken. Hoe denkt de minister dit verder aan te jagen? Domeinoverstijgende samenwerking, regionaal, lokaal maar ook landelijk zijn van essentieel om naar een integrale toekomstbestendige ouderenzorg te gaan.
We hebben het een aantal weken geleden uitgebreid gehad over de rol van leefstijlpreventie. Het is mooi dat er meer aandacht komt voor preventie. Na jarenlang alleen maar ingezet te hebben op care en cure is dan nu eindelijk ook het belang van preventie duidelijk. Maar we moeten ons natuurlijk niet alleen maar focussen op slechte gewoontes als roken, drinken en ongezond eten of te weinig bewegen. Er moet een integrale aanpak op preventie komen die ook rekening houdt met iemands sociale context en leefomgeving. Tegengaan van eenzaamheid en het inzetten op stevige en veilige sociale netwerken in de wijk kunnen eraan bijdragen dat mensen ook langer in hun eigen huis en omgeving kunnen blijven wonen. Hoe kijkt de minister hiertegen aan?
Het verpleeghuis kan hier een heel mooie en belangrijke rol in spelen. Haal de wijk naar binnen en zet het verpleeghuis centraal in de wijk. Hier zijn al fantastische voorbeelden van die de minister zelf maar al te goed kent. Vaak haal je hiermee leuke activiteiten binnen, levert het vrijwilligers op en dat is fijn voor de bewoners, voor de eenzame mensen in de wijk, fijn voor het personeel en fijn voor de familie. Heeft de minister ideeën over hoe we dit op grotere schaal kunnen laten plaatsvinden?
Dan wil ik heel graag ook aandacht vragen voor de groep mensen met een levenslange en levensbrede beperking. Het is niet een heel grote groep, maar wel een hele dappere groep mensen die in een hele vervelende en nog meer beperkende situatie zitten. Deze mensen hebben een onomkeerbare beperking en hebben op alle levensdomeinen zorg en ondersteuning nodig. De meesten wonen zelfstandig en organiseren hun zorg door een PGB. Voor deze mensen werken de huidige wetten en regels en de uitvoering daarvan niet. En dat brengt met zich mee dat zij zich door allerlei loketten en bureaucratie moeten heen worstelen om hun zorg georganiseerd en gefinancierd te krijgen.
De coalitie voor inclusie vraagt om een aparte regeling voor mensen met een levensbrede en levenslange beperking. U vast welbekend. Ik hoor graag van de minister wat zij daarvan vindt.”