Veiligheid

Zet jongeren in om ouderen te helpen bij digitalisering

Er zijn in ons land meer dan twee miljoen mensen die niet digitaal vaardig zijn. Een grote groep, waaronder veel ouderen en laaggeletterden, die grote moeite heeft met de alsmaar toenemende digitalisering van onze samenleving. Om ervoor te zorgen dat iedereen mee kan blijven doen, stelt Kamerlid Liane den Haan voor om jongeren in te zetten om deze groep te helpen met hun digitale vaardigheden. Zo helpt jong oud!

De afgelopen jaren is de wereld om ons heen in rap tempo gedigitaliseerd. Er worden bijna geen brieven meer verstuurd en ook de overheid zet in op digitale communicatie met de burger. We communiceren steeds meer via e-mail en WhatsApp, maken foto’s met onze smartphone en kunnen zelfs afrekenen met onze mobiele telefoon. Helaas is dat niet voor iedereen zo vanzelfsprekend. Er zijn in Nederland ruim twee miljoen mensen die niet-digitaal vaardig zijn, waaronder veel ouderen, laaggeletterden en mensen die analfabeet zijn. Voor hen is het lastig om met alle nieuwe technologie om te gaan. Als je, zoals veel ouderen, al je hele leven gewend bent om met contant geld te betalen, kan het moeilijk zijn om opeens gebruik te maken van een ingewikkelde bankieren-applicatie en smartphones zijn ook niet de makkelijkste voorwerpen om te gebruiken.

Contact met familie

“Tijdens de coronacrisis heeft een deel van de ouderen in de vingers gekregen hoe zij kunnen videobellen met hun kleinkinderen”, vertelt Liane den Haan. “Het was ontroerend om te zien hoe mensen op die manier contact hadden met hun familie en zich daardoor minder eenzaam voelden. Maar dat veel mensen nu kunnen video-bellen, wil nog niet zeggen dat zij in staat zijn om zonder moeite allerlei digitale activiteiten uit te voeren, zoals het verlengen van een rijbewijs of paspoort.”

Betrek jongeren erbij

Liane roept om er samen voor te zorgen dat ouderen en laaggeletterden niet buiten de boot vallen, en ze actief blijven te begeleiden met de verdere digitalisering in ons land. “Laten we generaties daarvoor met elkaar te verbinden”, stelt Liane voor. “Betrek jongeren actief bij het begeleiden van groepen mensen in onze samenleving die moeite hebben met de digitale veranderingen. Als we jongeren inzetten om ouderen te helpen, verbinden we ook meteen verschillende generaties. Ik denk daarbij aan bijeenkomsten in bijvoorbeeld wijkcentra, buurthuizen en bibliotheken, waarbij de jongeren mensen helpen die wat meer moeite hebben hun weg vinden op de digitale snelweg. Dus laagdrempelig, met weinig kosten en heel persoonlijk.”

Een voorstel van Liane om jongeren te betrekken bij de begeleiding van mensen die moeite hebben met digitalisering werd door een overgrote meerderheid van de Tweede Kamer omarmd, en is aangenomen (zie stemmingsuitslag hieronder).

Landelijk programma

Liane ziet bij het begeleiden van ouderen en laaggeletterden ook een rol weggelegd voor grote ondernemingen als Facebook, Google en Samsung Nederland. “Zij kunnen hierbij heel ondersteunend zijn”, geeft Liane aan. “Pilots die ik in mijn vorige functie heb geïnitieerd waren zeer succesvol. Ik roep minister Ollongren en staatssecretaris Knops op te kijken naar een landelijk programma waarin jongeren en jongerenorganisaties doelgroepen zoals ouderen helpen, zodat zij kunnen blijven meedoen met de digitalisering en zelf de regie kunnen blijven houden.”

 


 

Verdere inbreng van Liane den Haan bij het begrotingsdebat van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) met minister Ollongren en staatssecretaris Knops.

“Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft de zorg voor het goed functioneren van het openbaar bestuur in ons land. En dat is een enorme opgave.

En dat in een samenleving die, ook mede door corona, is verhard. Waarin mensen steeds meer naar hun eigen belang kijken in plaats van naar het collectieve belang. Een samenleving waarin steeds meer mensen vragen om individueel maatwerk en dienstverlening. Een samenleving die in een behoorlijk tempo digitaliseert. Een samenleving die meer en meer transparantie eist en hard afrekent bij fouten.

In een dergelijke omgeving moet het ministerie van Binnenlandse Zaken zorgen dat er efficiënt en effectief werk wordt geleverd in samenwerking met gemeenten, provincies en waterschappen. Die behoorlijk autonoom zijn. Zij krijgen geld om hun taken uit te voeren, maar hoeven niet of nauwelijks te verantwoorden waaraan ze het geld uitgeven.

Ik zou zeggen, ga er maar aan staan. Natuurlijk verloopt niet alles vlekkeloos, daar hebben collega’s vandaag over gesproken, en het is de taak van het Parlement om hierop toe te zien, maar ik zou vandaag wel willen zeggen tegen de bewindspersonen en al hun medewerkers die zich met hart en ziel voor deze taken inzetten: dank voor jullie enorme inzet en voor alles wat wel goed is gegaan binnen deze steeds moeilijker wordende omgevingscontext.

Dan toch ook punten van aandacht en zaken waar extra inzet op nodig is.

Bij digitalisering hoort een grotere toename van online desinformatie. We hebben de afgelopen anderhalf jaar met het coronavirus allemaal kunnen aanschouwen hoe gevaarlijk foutieve informatie kan zijn en hoeveel waarde we als samenleving moeten hechten aan wetenschappelijke betrouwbare informatie. Ik vind het dan ook zeer belangrijk dat het ministerie van BZK het probleem van desinformatie wil gaan aanpakken.

Desinformatie kan ook leiden tot een verdere afbreuk van het vertrouwen in de politiek. Daar kunnen wij als Kamerleden over meepraten. Kleine dingen worden soms sterk uitvergroot in de pers. En niet altijd vindt er hoor- en wederhoor plaats. Mensen geloven gewoon wat er staat opgeschreven. Mensen moet leren in een vroeg stadium om feiten van emoties en meningen te onderscheiden. Dat is overigens niet alleen een taak van het ministerie van BZK, maar ook van OCW, de pers en van ons allemaal. Een moeilijke opgave, maar wel een belangrijke, want het bepaalt hoe wij met elkaar omgaan en hoe wij elkaar beoordelen.

Normen en waarden

Maar desinformatie is niet het enige waardoor vertrouwen in elkaar en in de politiek ontbreekt. Ik sprak in het debat over het eindverslag van informateur Remkes over het gebrek aan vertrouwen, waarden en normen in dit huis. Juist dát zijn de fundamenten van een politiek stelsel waar Nederlanders vertrouwen in kunnen en moeten hebben. Als we ervoor willen zorgen dat de burger weer vertrouwen krijgt in de politiek, dan zullen we zelf goed in de spiegel moeten kijken. Als we niet kunnen laten zien dat wij constructief en respectvol met elkaar kunnen omgaan, kunnen wij niet van de burger verwachten dat zij ons weer blindelings vertrouwen. Wij hebben de belangrijke taak om ervoor te zorgen dat burgers het vertrouwen in de politiek hervinden. Hoe ziet de minister haar rol hierin?

Herziening van het uitkeringsstelsel en financiën van de gemeenten

Gemeenten staan voor een immense taak. Zij hebben de verantwoordelijkheid over drie belangrijke wetten. De Wmo, de Participatiewet en de Jeugdwet.

Ik ben samen met de VNG van mening dat gemeenten geen taken in de schoenen geschoven kunnen krijgen waarvoor zij niet worden gefinancierd. Natuurlijk kan het op sommige plekken efficiënter en beter en daar moeten we zeker als overheid behulpzaam bij zijn. Het zou mijns inziens helpen om dat inzicht beter te verkrijgen door eens goed naar de verantwoordingen te kijken van gemeenten. Want geld dat bijvoorbeeld bestemd was voor Jeugdzorg maar aan andere zaken wordt besteed, dat kan natuurlijk niet.

Ook zouden er mijns inziens meer kaders moeten komen voor basisvoorzieningen die in alle gemeenten aanwezig moeten zijn. Het kan toch niet zo zijn dat je in de ene gemeente wel als oudere met dementie naar een dagbesteding kunt en de mantelzorger prima wordt ondersteund, terwijl dat in een andere gemeente niet zo is. Stel dat je verhuist naar een andere gemeente om bijvoorbeeld dichter bij je kinderen te gaan wonen en dat je ineens nergens terecht kunt omdat die voorzieningen er niet zijn.

Is de minister dat met mij eens en hoe ziet zij mogelijkheden om kaders te geven voor essentiële basisvoorzieningen die in elke gemeente aanwezig moeten zijn?

Het ministerie van Binnenlandse Zaken geeft aan dat de kosten van de Jeugdzorg een bijzonder punt van aandacht is. Alhoewel in sommige gemeenten wellicht geld een probleem is, zit het probleem hier toch echt op een heel ander niveau. Deskundigen geven aan dat er hier met name gekeken moet worden naar een grote cultuuromslag binnen de Jeugdzorg. Anders denken en werken, en anders organiseren. Meer domein-overstijgend samenwerken om levensloopbegeleiding te verzorgen en kennisdeling. Is de minister bereid met deze deskundigen door te praten, samen met VWS, om naar effectieve en efficiënte oplossingsrichtingen te kijken om zo te komen tot een goed werkende Jeugdzorg?

Ik had graag nog over het onderwerp Wonen gesproken maar daar is een apart overleg voor ingepland. Dat is mooi en terecht want het is één van de grootste uitdagingen waar we de komende jaren voorstaan.

Laten we met elkaar beseffen dat vertrouwen het moeilijkst is om te vinden en het makkelijkst is om te verliezen. Dus werk aan de winkel voor ons allemaal!”

Deel dit artikel via

Wilt u graag op de hoogte blijven?
Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief!