Allerlei behandelingen uit het basispakket van de zorgverzekering schrappen, zoals mondzorg, levert op korte termijn een besparing op, maar kost op de langere termijn juist méér geld. Zet in op preventieve zorg; dat bespaart leed én kosten, betoogt Liane den Haan.
Goedkoop is duurkoop, ook in de gezondheidszorg. Mondzorg die niet meer in het basispakket van de zorgverzekering zit is op korte termijn goedkoop. Het scheelt kosten. Maar op de lange termijn kost het juist méér, want er moet een kunstgebit komen (dat wel door de zorgverzekeraar vergoed wordt) en een slecht gebit kan allerlei ziektes veroorzaken. En die behandelen kost veel geld.
Gebrek aan vitamine D
Een ander voorbeeld is vitamine D. Dat is uit het basispakket gehaald. Dat kunnen mensen best zelf betalen, was het idee. “Maar alles wordt duurder en voor steeds meer mensen is elke euro er één”, schetst Liane den Haan. “Een gebrek aan vitamine D vergroot de kans op verminderde botmassa. En vergroot dus de kans op botbreuken, zoals een gebroken heup. Dat zijn dure zorgkosten!”
Toegankelijk
Preventieve zorg bespaart niet alleen veel leed, maar ook veel kosten. “We moeten anders naar het zorgsysteem gaan kijken”, zei Liane tegen minister Kuipers. “Want in veel gevallen wordt alleen maar gekeken naar de korte termijnbesparingen. We moeten kijken wat goede zorg de gehele maatschappij oplevert op lange termijn. Alleen dan blijft de zorg toegankelijk voor iedereen!”
Lees en bekijk hieronder de volledige bijdrage van Kamerlid Liane den Haan bij het commissiedebat Zorgverzekeringsstelsel met minister Ernst Kuipers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
“We hebben het vandaag over het zorgverzekeringsstelsel en het pakketbeheer. En ik denk dat we rustig kunnen zeggen dat het stelsel piept en kraakt. Afgelopen dinsdag publiceerde de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving het rapport ‘Met de stroom mee’. Ik las gisteren dat de minister pas na de zomer met een reactie op het rapport. Maar VWS ziet wel voorstellen die aansluiten bij de beweging die inmiddels in gang is gezet naar meer passende zorg, aldus een woordvoerder van VWS. Maar welke dan? Mondzorg terug in het basispakket gaat niet gebeuren, de zorgpremie inkomensafhankelijk maken gaat niet gebeuren. Welke voorstellen van de raad passen in de transitie die in de zorg in gang is gezet?
Vorige week woensdag stond hier voor het gebouw de mondzorgkaravaan van Dokters van de Wereld. Tandartsen behandelen hier mensen die een gewoon tandartsbezoek niet kunnen betalen. En dat zijn er nogal veel. Uit een onderzoek van EenVandaag blijkt dat een op de drie mensen van de 28.000 respondenten niet meer naar de tandarts gaat omdat het niet betaalbaar is. De gevolgen zijn dat het gebit zo slecht wordt dat mensen uiteindelijk meer kosten kwijt zijn en uiteindelijk mondzorg nodig hebben die wel vanuit de basisverzekering zaken vergoed wordt, zoals een kunstgebit. We moeten ook niet vergeten dat verwaarloosde ontstekingen in de mond de kans verhoogt op hart- en vaatziekten, diabetes en zelfs op kanker. Hier is goedkoop duurkoop. Ja, het kost geld op de korte termijn, maar is er ook onderzocht wat het op de lange termijn kost als mondzorg niet wordt vergoed? En als dat niet het geval is, is de minister bereid dat alsnog te doen? Want preventieve zorg die veel leed, maar ook veel kosten kan besparen, moeten we met beide handen aangrijpen, lijkt mij. Ook de RvS pleit hiervoor.
Hetzelfde geldt voor vitamine D. Ik ben nog steeds verbijsterd over het feit dat vitamine D uit het basispakket gehaald is. Een gebrek aan vitamine D vergroot de kans op verminderde botmassa. En dat kan weer zorgen voor meer botbreuken, zoals een gebroken heup. En dat zijn dure zorgkosten. Ik weet dat een potje vitamine D niet heel veel kost, maar alles wordt duurder en voor steeds meer mensen is elke euro er één. Ook dit zijn besparingen op korte termijn. Er wordt een onderzoek gedaan naar het effect van die maatregel. Maar ondertussen is het Zorginstituut bezig met een afwegingskader om te toetsen of een geneesmiddel in het basispakket kan blijven, met als gevolg dat er waarschijnlijk meer geneesmiddelen uit het basispakket gehaald worden. Ik maak mij zorgen hierover. Ik hoop niet dat we een weg inslaan waarin steeds meer geneesmiddelen niet meer vergoed worden. Apothekers zien al dat kwetsbare patiënten geneesmiddelen laten liggen in de apotheek. Een opstapeling van kosten leidt in hun beleving tot verminderd gebruik en dus gezondheidsverlies. Graag een reflectie van de minister.
Thuiszorg
Een ander punt gaat over de thuiszorg. Huisartsen willen vaak dat kwetsbare ouderen regelmatig geprikt worden voor hun bloedsuikerspiegel. De medewerkers van de thuiszorg doen dat en iemand moet dan gemiddeld 20 keer per week naar een cliënt om bloed te prikken. Een alternatief is de freestyle libre, een apparaatje waarmee een oudere de bloedsuikerspiegel gemakkelijk zelf kan monitoren, en de thuiszorg maar één keer per week hoeft langs te komen. Dit apparaatje wordt niet vanuit de basisverzekering vergoed. De thuiszorg loopt al helemaal vast, dus dit soort tijdbesparende middelen is laaghangend fruit. Ik hoor graag van de minister hoe hij daar in staat.
Stofwisselingsziekten
Vorige week sprak ik met een aantal artsen dat kinderen behandelt met stofwisselingsziekten. Zij waren ongelooflijk enthousiast over het middel Libmeldy. Dat is een vorm van gentherapie voor kinderen met de zeldzame stofwisselingsziekte metachromatische leukodystrofie (MLD). Deze ziekte resulteert uiteindelijk in een verstandelijke beperking en de achteruitgang van de motoriek; en in het ergste geval tot vroegtijdig overlijden. Libmeldy is een eenmalige behandeling, en is heel effectief voor kinderen die nog geen symptomen hebben. De minister heeft besloten dit middel niet op te nemen in het basispakket. Omdat het te duur is en omdat niet bekend is of het effect levenslang aanhoudt. Maar we weten wel dat het minstens tien jaar effectief is. En we weten dat dit om ongeveer een kind per jaar gaat.
Innovatieve behandelingen zijn duur om te ontwikkelen. Als we dit soort vormen van gentherapie juist wel gaan aanbieden, kan het op een gegeven moment goedkoper. Ik wil de minister vragen om in gesprek te gaan met behandelaars en patiëntenverenigingen. Want als dit soort therapieën nooit vergoed worden, waarom zou een bedrijf nog geld investeren in het ontwikkelen van dit soort innovatieve behandelingen? Dit is een probleem dat elke keer blijft terugkomen.
Tot slot: in het advies ‘Moleculaire diagnostiek in de oncologie’ van het Zorginstituut wordt een ‘lijst minimaal klinisch noodzakelijke testen’ genoemd. Met deze lijst wordt de uniformiteit onder oncologen voor het aanvragen van de moleculaire diagnostiek bevorderd. Tot op heden is deze lijst, die voor een aantal belangrijke indicaties al begin 2023 verwacht werd, nog steeds niet beschikbaar. Ondertussen krijgen vele kankerpatiënten niet de diagnostiek waar ze recht op hebben en wordt de effectieve inzet van middelen in het ziekenhuis niet bevorderd. Wanneer komt deze lijst beschikbaar en kan deze worden ingezet?
Ik vind dat we anders naar het zorgsysteem moeten gaan kijken. Want in eerdergenoemde voorbeelden wordt alleen maar gekeken naar de korte termijnbesparingen. We moeten kijken wat goede zorg de gehele maatschappij oplevert op lange termijn. Alleen dan blijft de zorg toegankelijk voor iedereen!”